Fokreglement

Fokreglement

ARTIKEL 1. ALGEMEEN

1.1. Het Rasspecifiek Fokreglement voor het ras Tamaskan beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Tamaskan zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de Nederlandse Tamaskan Club (hierna te noemen NTC). Dit Rasspecifiek Fokreglement is aangepast en goedgekeurd door de leden van de NTC op 12-10-2023. Inhoudelijke aanpassingen van dit Rasspecifiek Fokreglement kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de leden van de NTC.

1.2. Dit Rasspecifiek Fokreglement geldt voor alle Tamaskan fokkers en dekreu-eigenaren die lid zijn van de NTC.


ARTIKEL 2. FOKREGELS

2.1. Verwantschap: het inteeltcoëfficiënt van de fokcombinatie wat voorspeld wordt door Embark mag niet hoger zijn dan 10%. Elk jaar zal er besproken worden of dit percentage omlaag kan. Het doel is om dit uiteindelijk vast te zetten op een maximum van 5%.

Indien 1 of beide ouderdieren geen Embark* hebben mag het inteeltcoëfficiënt (Wright formule) van de fokcombinatie, berekend over 5 generaties, niet hoger dan 4% zijn.
* Embark is vanaf 30 maart 2020 verplicht (zie punt 4.1e)

2.2. Herhaalcombinaties: dezelfde oudercombinatie mag, in overleg met het bestuur, maximaal 1 maal herhaald worden.

2.3. Minimum leeftijd reu: de minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 24 maanden zijn.

2.4. Dekkingen reu:
a) Aantal dekkingen: een Tamaskan reu mag binnen de NTC maximaal 4 nesten gedurende zijn leven voortbrengen. Een outcross reu / foundation dog mag binnen de NTC maximaal 2 nesten gedurende zijn leven voortbrengen, mits goedkeuring van het bestuur.
b) Periodiciteit dekking: na de eerst geslaagde dekking van de reu dient een termijn van minstens 12 maanden te zitten tot de tweede dekking mag plaatsvinden. Vanaf de tweede dekking mag de reu maximaal 2 geslaagde dekkingen per 12 maanden hebben.

2.5. Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.

2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: wanneer een fokker die is aangesloten bij de NTC voor een dekking een Tamaskan dekreu gebruikt, die niet is aangesloten bij de NTC, dan moet deze Tamaskan dekreu voldoen aan de gezondheidseisen die de NTC heeft opgesteld.

2.7. Kunstmatige inseminatie: 

bevruchting door middel van kunstmatige inseminatie is toegestaan, mits teef en reu zich al eerder op natuurlijke wijze hebben voortgeplant. Indien er omstandigheden zijn waardoor een natuurlijke dekking niet mogelijk is, kan er een uitzondering gemaakt worden. Dit dient aangevraagd te worden bij het bestuur.


ARTIKEL 3. WELZIJN

3.1. Minimum leeftijd teef: een teef mag op het tijdstip van de dekking niet jonger zijn dan 24 maanden.

3.2. Maximum leeftijd teef: een teef mag niet worden gedekt na de dag waarop zij 96 maanden oud wordt.

3.3. Maximum leeftijd 1e dekking teef: een teef mag, voor het eerste nest, niet worden gedekt na de dag waarop zij 66 maanden oud wordt.

3.4. Periodiciteit nesten: tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van dezelfde teef dient een termijn van minstens 12 maanden te zitten.

3.5. Aantal nesten teef: een Tamaskan teef mag gedurende haar leven maximaal 3 nesten krijgen. Een outcross teef / foundation dog mag gedurende haar leven maximaal 2 nesten krijgen, mits goedkeuring van het bestuur.

3.6. Keizersnede: de geboorte dient een natuurlijk verloop te hebben. Indien de geboorte van een nest voor de tweede maal operatief, door middel van een keizersnede (sectio caesarea), heeft plaatsgevonden, mag de teef niet verder meer voor de fokkerij gebruikt worden.


ARTIKEL 4. GEZONDHEID

4.1. Verplichte onderzoeken: alle ouderdieren moeten worden onderzocht op:
a) Heupdysplasie (HD): ten tijde van het onderzoek moet de hond de minimale leeftijd van 18 maanden hebben. Er mag worden gefokt met de volgende uitslagen:
– HD A of HD B
– BVA 0-18
– OFA Excellent, OFA Good of OFA Fair
Tegenover een HD B moet altijd een HD A staan. Tenzij het bestuur anders beslist.
b) Elleboog Dysplasie (ED): ten tijde van het onderzoek moet de hond de minimale leeftijd van 18 maanden hebben. Er mag worden gefokt met de volgende uitslagen:
– ED Vrij
– BVA 0
– OFA Normal
c) Degeneratieve Myelopathie (DM): iedere fokcombinatie moet bestaan uit tenminste één ouderdier met de uitslag DM vrij. Vanaf 1 januari 2015 zijn er geen combinaties met lijders (DM at risk) meer toegestaan. Na 3 generaties “vrij door ouderschap” moet de DNA test opnieuw gedaan worden.
d) Oogonderzoek (ECVO): ten tijde van het onderzoek moet de hond de minimale leeftijd van 12 maanden hebben. Beide ouderdieren dienen ‘voorlopig vrij’ te zijn van alle erfelijk beschouwde oogziekten vóór de dekking. Een gunstige uitslag heeft de geldigheidsduur van 1 jaar, bij meerdere dekkingen kan het dus zijn dat de test herhaald moet worden.
e) Embark: Ouderdieren getest na 30 maart 2020 moeten in het bezit zijn van de Embark test. Van 18 maart 2018 tot 30 maart 2020 is er een overgangsperiode geweest van MyDogDNA naar Embark. Voor 18 maart 2018 was MyDogDNA verplicht. Ouderdieren die voor 30 maart 2020 getest zijn mogen in het bezit zijn van een MyDogDNA.
f) Testikels: Een reu dient 2 ingedaalde testikels te hebben. Bewijs hiervan dient geleverd te worden door een dierenarts of deskundige.
g) Gezondheidsverklaring: ouderdieren moeten door een dierenarts onderzocht worden op hun algemene gezondheid. Mochten hier afwijkingen uit voortkomen, zal het bestuur beslissen of er aanvullend onderzoek gedaan dient te worden.
h) Overige: Ouderdieren moeten worden getest op erfelijke afwijkingen die bekend zijn bij hun voorouders. Het bestuur zal naar aanleiding van het resultaat van de test(en), beslissen of het ouderdier wel of niet zal worden ingezet voor de fok.


4.2. Outcross: 

a) ouderdieren moeten naast de gezondheidstesten genoemd in punt 4.1. ook worden getest op alle, redelijkerwijs te testen, gezondheidsproblemen die bekend zijn bij het ras, of rassen, waaruit de outcross bestaat.

b) ouderdieren moeten worden getest op Hypofysaire Dwerggroei. Dieren die drager of lijder zijn worden niet toegelaten tot de fok.

4.3. Epilepsie: ouderdieren die lijden aan epilepsie mogen niet voor de fokkerij worden ingezet.
a) Eerstegraads familieleden (ouders, volle broers en zussen en nakomelingen) van een hond die lijdt aan epilepsie worden van de fok uitgesloten. Voor ouderdieren kan er in bepaalde gevallen een uitzondering worden gemaakt, hierover zal het bestuur een uitspraak doen.
b) Tweedegraads familieleden (halfbroers en halfzussen, kleinkinderen, neven en nichten) van een hond die lijdt aan epilepsie dienen tenminste 3 jaar oud te zijn voordat ze voor de fokkerij mogen worden ingezet en ze dienen alleen gepaard te worden aan honden uit een lijn waarin zich geen epilepsie heeft voorgedaan.

c) Een combinatie waarin epilepsie zich heeft geopenbaard mag niet worden herhaald.

4.4. Wolfgehalte: ouderdieren mogen geen hoger wolf gehalte percentage hebben dan 30%. De combinatie tussen 2 ouderdieren mag geen hoger wolf gehalte percentage hebben dan 40%.
Voorbeeld: ouderdier 1 heeft een wolf gehalte percentage van 25%, dan mag ouderdier 2 maximaal een wolf gehalte percentage van 15% hebben.
Deze test kan alleen gedaan worden als beide ouderdieren in het bezit zijn van Embark. Aangezien deze pas vanaf 30 maart 2020 verplicht is (zie punt 4.1 e), zal er een overgangsperiode zijn tot elk ouderdier in het bezit is van een Embark test.

4.5 Overige ziekten en-of afwijkingen:  De fokker is verplicht ziekte en/of afwijkingen (zowel erfelijk, aangeboren, als later ontstaan) van fokdier, nestgenoten en nakomelingen (voor zover bekend) binnen 1 maand na constatering te melden aan het bestuur van de NTC. Het bestuur zal aan de hand van de ziekte en/of afwijking beslissen of het ouderdier (en eventueel nestgenoten) voor de fokkerij zal worden uitgesloten.


ARTIKEL 5. GEDRAG

5.1. Gedragstest: Ouderdieren geregistreerd na 1 oktober 2013 dienen vóór de eerste dekking met goed gevolg de door de NTC erkende gedragstest te hebben afgelegd. Ten tijde van de gedragstest moet de hond de minimale leeftijd van 20 maanden hebben.

5.2. Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven. Met dieren die lijden aan agressiviteit, angst of nervositeit mag niet worden gefokt.
Mocht een ouderdier nog niet voldoen aan de karaktereisen, maar wordt er wel verwacht dat dit in de toekomst zal veranderen doordat het ouderdier nog niet volwassen genoeg is, dan zal de keurmeester een periode aangeven wanneer het ouderdier een herkeuring kan doen.


ARTIKEL 6. EXTERIEUR

6.1. Beide ouderdieren dienen in het algemeen, behoudens enkele onvolkomenheden die het ideale rasbeeld verstoren, aan de rasstandaard te voldoen. De exterieurtest dient afgenomen te worden door de NTC of in overleg met de NTC bij een andere tester.


ARTIKEL 7. AFGIFTE PUPS

7.1. De fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten (of titteren) van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Europees Dierenpaspoort.

7.2. De pup moet een DNA bewijs hebben, dat aantoont dat de ouders juist zijn.

7.3. De pups moeten gechipt en geregistreerd zijn.

7.4. De pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 8 weken.

7.5. De pupkoper moet door de fokker worden ingelicht als de reu pup niet in het bezit is van twee normaal en volledig in het scrotum ingedaalde testikels, of bij eventuele andere voorkomende onvolkomenheden bij de pup (zoals gebitsfouten, gehoorproblemen en andere afwijkingen).

7.6. De fokker heeft de plicht om de pupkoper adequate informatie te verstrekken: kopieën stambomen & uitslagen gezondheidsonderzoeken van de ouderdieren, informatie over het ras, voeradvies, ent- en ontwormingsschema, algemene informatie betreft omgang met een pup. Tevens dient de fokker voor een goede begeleiding en nazorg van de pup te zorgen.

7.7. De fokker is verplicht om pupkopers van een koopovereenkomst te voorzien.

7.8. De fokker is verplicht een puppytest af te nemen op de leeftijd van 7 weken. De puppy test moet worden afgenomen door een gecertificeerde tester.

Een formulier met de gevraagde informatie wordt teruggestuurd naar de NTC.


ARTIKEL 8. REGELS EN VERPLICHTINGEN FOKKER

8.1. De fokker stuurt zo snel mogelijk (in ieder geval vóór de dekking) kopieën van alle gezondheidsresultaten door van beide ouderdieren aan het secretariaat.

8.2. De fokker meldt binnen 10 dagen aan het secretariaat:
a) de dekking, met opgaaf van de namen van reu en teef;
b) de geboorte, met opgaaf van het aantal reuen en teven;
c) zodra de laatste pup is afgeleverd, de namen en adressen van de nieuwe eigenaren.

8.3. De fokker mag niet meer dan 3 nesten per jaar fokken.

8.4. De fokker mag niet meer dan 1 nest tegelijkertijd in huis hebben liggen.

8.5. De fokker mag onder de volgende voorwaarden buiten de NTC fokken;
a) Outcross voor een ander ras
b) Voor reuen bij een andere Tamaskan club (reu moet altijd voldoen aan regelement van de NTC).
Mocht er na een negatief fokadvies voor een bepaalde combinatie, toch puppy’s geboren worden uit deze combinatie, zal het bestuur beslissen of er vervolgstappen nodig zijn.


ARTIKEL 9. ADVIESPRIJS PUPS

9.1. Op de pagina `prijzen`, is terug te vinden wat een fokker voor een pup kan vragen.


ARTIKEL 10. SANCTIEBEPALINGEN

10.1. Indien een lid één van de voorwaarden genoemd in artikel 2 tot en met artikel 8 van dit reglement overtreedt, is het bestuur gerechtigd maatregelen tegen het lid te nemen zoals in dit artikel staat beschreven.

10.2. Indien de fokker een nest fokt, welke niet voldoet aan het reglement van de NTC zal dit door het bestuur worden besproken.

a) Pups uit een combinatie die niet voldoet aan het reglement krijgen een stamboom met daarop een aanmerking.

b) Indien de fokker een nest fokt welke niet voldoet aan het reglement is het bestuur gemachtigd om de Banner en info van de betreffende fokker van de website te verwijderen.

c) Het bestuur kan besluiten om een fokker (tijdelijk) te royeren indien het fokreglement herhaaldelijk wordt overtreden of indien de gezondheid van ouderdieren of pups bewust in gevaar is gebracht. Dit zal door het bestuur op de website vermeld worden.


ARTIKEL 11. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

11.1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur van de NTC.

11.2. In bijzondere gevallen kan het bestuur van de NTC afwijken van dit reglement, indien strikte toepassing van dit reglement leidt tot een onredelijk en onbillijk resultaat, mits daarmee belangen van het ras worden gediend en geen onevenredige schade aan belangen van derden wordt toegebracht.

11.3. Als voorzien kan worden dat zich meer vergelijkbare gevallen zullen voordoen, draagt het bestuur van de NTC zorg voor aanvulling van dit fokreglement.

11.4. Leden kunnen ten aanzien van dit reglement wijzigingen voorstellen. De aanpassingen behoeven in alle gevallen goedkeuring van de leden van de NTC.


ARTIKEL 12. INWERKINGTREDING

12.1. Dit Rasspecifiek Fokreglement is na goedkeuring bij de extra ledenvergadering op 12-10-2023 in werking getreden.